General Dynamics F 16 Fighting Falcon1 Dossier

F 35 vrt IR F 35Ook deze week staat de vervanging van de F-16 op de agenda van het parlement. De discussie ontaardt zo stilaan tot een vaudevillestuk. Dat mag dan onderhoudend zijn, maar voor een dergelijk belangrijk dossier is het een ramp. Het gaat hier niet enkel om vele miljarden die de belastingbetaler zal moeten ophoesten.

 De vraag of België in de nabije toekomst nog een echt geloofwaardige landsverdediging zal hebben wordt ook pertinent. Redenen genoeg voor een andere aanpak.
Dit vrt-opinie artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op maandag 16 april 2018 (link).

 

Een infraroodbeeld van de F-35. Het vliegtuig is niet in alle omstandigheden moeilijk zichtbaar.Een infraroodbeeld van de F-35. Het vliegtuig is niet in alle omstandigheden moeilijk zichtbaar. (Foto vrt) 

We nemen best volledig afstand van een hele resem dingen die vandaag het debat schijnen te bepalen om ons eerst te concentreren op de drie belangrijkste aspecten: noodzaak, realiteit en mogelijkheden. Dat kan een verfrissende kijk opleveren.

De eerste vraag die we moeten stellen is wat we nodig hebben. Wat moet onze luchtmacht kunnen? Die vraag is te beantwoorden door onze militaire doctrine. Die moet door de politiek – en niet door het leger – worden opgesteld en daar is niet eens ernstig aan begonnen. We zijn hier dus genoodzaakt om met veronderstellingen te werken. We nemen aan dat er twee hoofdtaken zijn: bewaken en verdedigen van ons luchtruim en ondersteunen van buitenlandse missies in het kader van onze allianties.

 

 

Kandidaat 1 : de F-35

F-35 (Foto vrt)

De machine is nog lang niet “af”. Er vliegen al wel enkele honderd toestellen rond, maar ze worden nog steeds door een deprimerend lange lijst kinderziekten en beperkingen geplaagd, waarvan er minstens een tiental kritiek te noemen zijn. Bovendien zijn cruciale delen op het vlak van software en communicatieapparatuur nog niet gebruiksklaar. De producent voorspelt dat tegen 2020 alle problemen opgelost zullen zijn. De producent moet dat wel beweren: anders stort zijn cashflow in. Maar dit project heeft een lange geschiedenis van grote vertragingen. Het ligt nu ongeveer tien jaar achter op het oorspronkelijke tijdplan.

F-35 (Foto vrt)
 
De term F-35 staat dus nog niet voor een gebruiksklaar toestel. Wat men hier eventueel kan en wil kopen zijn nog voor een goed deel onbewezen beloftes van de producent. Daarin zal ten vroegste in 2020-21 verandering kunnen komen.

We zullen nog aantonen dat we de tijd hebben om op die duidelijkheid te wachten.

Desondanks is de F-35 vandaag al in belangrijke aspecten verouderd. Dat geldt vooral voor de elektronische uitrusting die, merkwaardig genoeg, door de voorstanders als grote troef van het toestel wordt uitgespeeld. Dat ligt aan twee dingen.

De F-35 blinkt in één taak uit: zwaar verdedigd vijandelijk gebied onbemerkt ver binnendringen om dan vitale installaties uit te schakelen.

Door de grote vertraging van het project is de uitrusting die tien jaar geleden, toen de F-35 in dienst had moeten gaan, “top of the line” was, dat vandaag niet meer. Er zijn nu betere radars, betere IR-apparatuur, betere targeting­systemen en veel snellere computers.

Door de fixatie op “stealth by shape” is de constructie zeer inflexibel geworden. Vervanging van een stuk apparatuur door een modernere versie is dus vrijwel onmogelijk, tenzij toestellen speciaal voor de geometrie van de F-35 ontwikkeld worden. Dat is ook naar de toekomst toe een zeer zware hypotheek.

Zelfs als het toestel alle beloftes van Lockheed Martin vervult, zal het noch als bewaker van ons luchtruim, noch als vuursteun voor grondtroepen uitstekend presteren. En dat is heel zacht uitgedrukt. De F-35 blinkt in één taak uit: zwaar verdedigd vijandelijk gebied onbemerkt ver binnendringen om dan vitale installaties uit te schakelen. Ik vraag mij toch af of dat een taak is die België, zelfs in de schoot van de NAVO, op zich wil en moet nemen. Indien dat het geval zou zijn, dan mogen we daar toch wel enige transparantie over verwachten.

Om dat te kunnen rekent de F-35 op “stealth by shape”. Dat betekent dat de geometrie van de fuselage (vliegtuigromp, nvdr) aan strenge regels moet voldoen. Daardoor is het, in combinatie met andere maatregelen (coatings etc.), mogelijk dat het vliegtuig op radar virtueel onzichtbaar is. Dat lijkt een formidabele troef.

Maar… het werkt enkel als de tegenstander zo vriendelijk is zich tot X-band radar (25 tot 40 mm golflengte) te beperken. Bij langere golflengten, b.v. van museumstukken zoals HF- en VHF-radar, is het toestel gewoon zichtbaar zoals ieder ander vliegtuig. Die langere golflengten kunnen echter niet voor tracking (vuurleiding) gebruikt worden.

 

Als de voordelen van “stealth by shape” al met de dag twijfelachtiger worden, dan blijven de nadelen constant.

Gedurende de tien jaar vertraging die F-35 opliep, is zeer sterke vooruitgang gemaakt op het gebied van opto-elektronica. Nu kan men heel gemakkelijk met VHF-radar de positie, koers en snelheid van een vliegtuig bepalen. Dan kan men een snelle afweerraket voldoende dicht in de buurt brengen. Voor de laatste kilometers kan de opto-elektronica aan boord van de raket de sturing overnemen…We zien in de antenneconfiguraties op foto’s van Russische S400-installaties aanwijzingen dat ze die methode mogelijk al vandaag geïnstalleerd hebben. Overigens is ook de SAAB JAS Gripen met dergelijke apparatuur in staat om de F-35 op een even grote afstand te “zien” als dat omgekeerd voor de F-35 met zijn radar mogelijk is.

Als de voordelen van “stealth by shape” al met de dag twijfelachtiger worden, dan blijven de nadelen constant. “Stealth by shape” en aerodynamica verdragen elkaar niet. De F-35 is dan ook een vrij groot vliegtuig dat met enige moeite door een enorm krachtige motor door de lucht moet worden geduwd. Supercruise, aanvankelijk vast beloofd, zit er al niet meer in.

De leverancier, Lockheed Martin, en de US-overheid behouden in ieder geval de controle over de software die alles in en om het toestel stuurt (ook het onderhoud). We zijn dus voor iedere operatie van de ondersteuning of toch minstens toestemming van de USA afhankelijk. Misschien is deze opgave van onze soevereiniteit voor sommigen een acceptabele regeling, maar ze moet dan zichtbaar op tafel komen en open besproken worden.

Kandidaat 2 : de F-16

F-16 (foto vrt) 

De F-16 is inderdaad een “oud” toestel. Van de andere kant… vliegtuigen worden nooit echt oud. Er worden voortdurend, in de loop van “updates” delen uitgewisseld en op de modernste stand gebracht.

Vandaag kunnen we in die oude F-16 een meer performante radar inbouwen dan in de F-35 mogelijk is.

F-16 (foto vrt)
 
Alleen de fuselage zelf (het “airframe”) blijft verregaand onveranderd en kan dus wél verouderen. Die fuselage is volgens minister Vandeput en voorzitter van de Commissie Landsverdediging, Grosemans, zowat schrootrijp, maar dat klopt niet. Oorspronkelijk had de leverancier (toen nog General Dynamics) in een gebruikslimiet van 8000 vlieguren voorzien. Onze toestellen hebben gemiddeld ongeveer 5000 uur op de teller. Daaruit volgt dat ze – zonder enige maatregel –  nog gemakkelijk tot 2029 mee kunnen. Een verlenging zonder kosten van de gebruiksduur tot 12.000 uren, die er volgens de USAF in zit, is daarvoor niet eens nodig. We kunnen en zullen uiteraard de uitrusting in de vorm van verdere upgrades moeten moderniseren.

Hierbij wil ik opmerken dat we b.v. vandaag in die oude F-16 een meer performante radar kunnen inbouwen dan in de F-35 mogelijk is. We kunnen daarin zo ver gaan als we willen en als onze financiële mogelijkheden het toelaten. We kunnen ook, hoewel dat zeer onverstandig zou zijn, helemaal niets doen.

Het is zeker ook van belang dat Lockheed Martin, de firma die vandaag de F-16 produceert en verkoopt, een nieuwe versie, de “Viper”, aanbiedt, die met een sterkere en zuinigere motor, nieuwe vormen van “conformal tanks” en moderne elektronische uitrusting een zeer performante moderne jager is. Het enige wat hij “mist” is stealth by shape, maar daarover hadden we het al.

De overige kandidaten

Infraroodbeeld van de Rafale.Infraroodbeeld van de Rafale (Foto vrt) 

Eurofighter, Rafale, F-18 Superhornet, Saab JAS Gripen – en we moeten hier zeker de F-16 Viper mee opnemen – zijn allemaal performante toestellen die, in tegenstelling tot de F-35 allemaal hun prestaties al bewezen hebben en dus – vandaag al – ernstige kandidaten kunnen zijn. Ze hebben allemaal hun voor en tegen.

Welk toestel men ook kiest, er zullen altijd voor- en tegenstanders zijn, maar echt catastrofaal verkeerd kan de beslissing niet worden, tenzij men de F-35 kiest. Dat kan en zal waarschijnlijk op een ramp uitdraaien. En laat het nu net op dit toestel zijn dat onze luchtmacht haar zinnen heeft gezet.

Wat zijn de opties?

We staan aan een wegsplitsing. Bovendien is er van het pad dat we nu gaan kiezen geen weg terug. Ziehier de mogelijkheden:

We kunnen met de selectieprocedure die momenteel loopt verder gaan. Daarbij zal dan zeer waarschijnlijk voor de F-35 gekozen worden, omdat de volledige selectieprocedure, inclusief RfGP, werd uitgetekend door voorstanders van dit vliegtuig. We staan dan volledig bloot aan de zeer ernstige risico’s die eerder geschetst werden. In het slechtste geval kopen we een vliegtuig dat voor onze doelstellingen volledig onbruikbaar is. Maar zelfs als de techniek, tegen alle redelijke verwachtingen in, volledig positief uitpakt, zullen we een dure oplossing hebben, en dat betreft niet enkel de aankoop. Er wordt wel eens beweerd dat de werkingskosten van de F-35 dezelfde zijn als die voor de F-16. Dat is absoluut onwaar. De operationele kosten voor de F-35 worden geschat op 50.000 euro per vlieguur. Dat lijkt geloofwaardig daar de USAF vorig jaar inderdaad 67.550 dollar per vlieguur uitgegeven heeft. De F-16 kost slechts een fractie daarvan: minder dan 10.000 euro per uur.

We kunnen de procedure stoppen tot er onbetwistbaar duidelijkheid bestaat over de werkelijke capaciteiten van de F-35. Dat zal denkelijk niet voor 2021 het geval zijn, maar het kan mogelijk nog langer duren. In tegenstelling tot wat de minister en de luchtmacht tot hiertoe beweerden, hebben we die tijd. Onze F-16-toestellen kunnen zonder meer tot 2029 blijven opereren, en zeer waarschijnlijk zelfs langer. Het zal uiteraard raadzaam zijn aan de uitrusting een en ander te moderniseren. Dat zou in ieder geval, en ook voor splinternieuwe F-35’s in dat tijdsinterval noodzakelijk zijn.

De tijd die we daardoor kunnen winnen is van onschatbare waarde om de volgende redenen:

  • We kunnen dan een realistische vergelijking maken met een concrete F-35 en niet met beloften tegen bewezen prestaties, zoals vandaag het geval is. We mijden met andere woorden het vandaag zeer reële risico om een kat in een zak te kopen.
  • We staan aan een kantelpunt. De toekomst is aan onbemande toestellen. Als we nog eens drie, of misschien vijf jaar verder zijn, kunnen we denkelijk direct overstappen op iets onbemands.
  • We kunnen uiteraard ook vandaag verantwoord beslissen, indien we de F-35, met zijn nog veel te grote onzekerheden, niet mee in overweging nemen. Maar we zouden dan bovendien de kans om direct naar het volgende technologieniveau te gaan zonder noodzaak opgeven. En waarom zouden we dat willen doen?

Onze conclusie

De "dringendheid" die boven dit project zweeft is geconstrueerd, zoals de Dwarsliggers ondertussen al enkele jaren weten en schrijven. We hebben tijd. Een uitstel van de keuze betekent trouwens helemaal niet dat we onze financiële beloftes aan de NAVO in vraag stellen.

Er is uit deze verwarde situatie wel degelijk een uitweg en die is niet eens ingewikkeld. De aangewezen strategie is: WACHTEN. Dat kan nu toch echt niet moeilijk zijn.

 

Uw Dwarsligger

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.