Na al die tijd een voorbeeld te zijn geweest is volgens Yanis Varoufakis de goede tijd voor Duitsland voorbij. Waar of niet waar? Gastauteur Dr. Frank Boll reageerde.
DS, Yanis Varoufakis, en hun beschouwingen over Duitsland, trots alles nog altijd één van de beste, indien niet de beste, leerling van de klas in Europa (economie, democratie, corruptie), dat moet wel een toxische pot-pourri zijn.
DS, zoals andere dagbladen als bij voorbeeld de Financial Times, laten geen gelegenheid voorbij gaan om Duitsland onderuit te halen. 'Schadenfreude' of jaloersheid op de beste leerling. Varoufakis kennen we als de arrogante onderhandelaar voor een land dat eerste minister Andréas Papandreou zelf in 2010 corrupt noemde. We leerden toen ook een nieuw kenmerk van democratie kennen:
dat het Griekse volk via stemming aan zijn crediteurs het voor haar geëigende hulpprogramma zou kunnen dicteren.
Ondermeer Jeroen Dijsselbloem en Wolfgang Schäuble stonden vaak op het punt er de brui aan te geven.
Terwijl gedurende de hele naoorlogse periode het Duitse Ordo-liberalisme met haar Soziale Marktwirtschaft en de Duitse central bank, de Bundesbank, voor de beste Europese performantie hebben gezorgd.
Ik vind dus dat er wel wat verwarde prietpraat in staat.
Zoals het argument dat de euro voordelig is voor Duitsland omdat de euro zwak noteert. Traditioneel heeft Duitsland dat nooit nodig gehad om te presteren en te exporteren. Van na de oorlog tot de introductie van de euro deed de Deutschmark niets dan continu appreciëren, wat op zich nadelig is voor de export. Echter, voor stabiliteitsredenen – o.a. om de inflatie te bestrijden - zag Duitsland er nooit tegenop om te appreciëren. Wat het nu niet meer kan. Het nadeel van de appreciatie voor de export werd immers meer dan gecompenseerd door verhogingen van de productiviteit. En de appreciatie vervulde daarin een stimulerende rol.
Een andere kritiek die altijd goed ligt bij hen die zich “progressief” noemen, is dat Duitsland fiscaal conservatief is. Ten onrechte.
Want het in de regel kunnen leven binnen zijn mogelijkheden is nastrevenswaard, zowel voor individuen als voor landen.
De geschiedenis wijst dat uit. De Nederlandse socialist Dijsselbloem zei ooit dat er niets progressiefs is aan deficits runnen.
Nog een ander punt van kritiek is/was de conservatieve houding van de Bundesbank in het voeren van haar monetair beleid en in het sceptisch staan t.o.v. financiële innovaties. Delors liet zich ooit ontvallen dat niet alle Duitsers in God geloven maar dat ze wel allen geloofden in de Bundesbank. Wat niet van vele centrale banken kan worden gezegd.
De houding van de EU en de ECB staat haaks op deze fiscale en monetaire standpunten. Dat was wel voorspelbaar, en het werd ook voorspeld. Ondertussen is de EU aan de zoveelste herschrijving toe van haar Groei en Stabilteitspact, een verkeerde benaming omdat hoe meer deficits hoe minder groei uiteindelijk. Want het maken van meer en meer schulden drukt onvermijdelijk de groei.
Maar zoals altijd zijn er natuurlijk ook punten van kritiek die juist zijn, zoals de grote afhankelijkheid van Rusland voor energie. Maar daar is Duitsland natuurlijk niet het enige voorbeeld van.
Wat me opviel is dat Varoufakis ergens lijkt te zeggen dat het niet de taak is van de ECB om de euro te redden. Akkoord. Dat zien we nu. De ECB is zowat de traagst reagerende centrale bank in het aanpassen van haar monetair beleid aan de inflatie – haar belangrijkste policy rate is nu nog altijd nominaal nul - omdat ze bevreesd is voor het oplopen van de rente op Italiaans overheidspapier. Blijkbaar een herhaling van de eurocrisis van 2011 en 2012.
Dat betekent dat het behoud van Italië binnen de euro eigenlijk voorrang krijgt op het voeren van een verantwoord monetair beleid. Dat maakt van de euro een verdoken transferunie.
Zoals de zeer grote hap uit het 750 miljard euro pandemieplan van de Commissie dat naar Italië vloeit als cash, en niet als lening, zij het met condities. Hoe die echter zullen gecontroleerd worden is nog maar de vraag. Maar daar moet op basis van de ervaring niet te veel van worden verwacht. Of de politiek van de voldongen feiten. Dit alles verminderde de groei van de eurozone in het verleden en zal dat ook verder doen in de toekomst. Omdat o.m. het zwakke Italië daardoor de motivatie mist om orde op zaken te stellen, en omdat de landen die daarvoor moeten opdraaien ook gedemotiveerd worden. Dit terwijl de ratio pensioen/laatste wedde in Italië meer dan 90% bedraagt tegenover minder dan 60% in Duitsland. Maar dit alles wordt in woke stijl verkocht als een oefening in solidariteit.
In deze context ook nog dit. De “whatever it takes” van Mario Draghi van juli 2012 om de euro te redden is eigenlijk zinloos. De euro is een middel tot een doel, zoals meer groei. Maar via schuldcreatie draaide de “whatever it takes” uiteindelijk uit op minder groei. En minder groei betekent ook een minder gewicht in de buitenlandse politiek, terwijl groei en invloed in de wereld doeleinden zijn van de EU.
De erfzonde van de euro die een blijvende hypotheek vormt, is dat in mei 1998 11 van de 15 toenmalige EU leden door de Europese Raad werden toegelaten tot de euro. Waaronder Italië. En daarom daarna ook bv. Griekenland. Terwijl Alexandre Lamfalussy, de president van de European Monetary Institute (EMI), in november 1996 ervoor had gewaarschuwd dat zijn instelling, in haar adviesverlening aan overheden wat betreft deelnemende landen, zich zou houden aan zowel de letter als de geest van het Maastricht verdrag en haar voorwaarden.
Het doorvoeren van een fiscale unie zou alleen de transfers automatisch en dus nog groter maken. Een recept voor immobilisme bij de zwakke landen en een demotivator voor de gevende landen. Dat sluit absoluut niet uit dat ook zonder fiscale unie transferten zouden kunnen worden verleend, maar dan wel tegen stevige condities die worden afgedwongen. Omdat, zoals het Chinese spreekwoord zegt: geef de mensen geen vis, maar leer ze vissen.
Frank Boll