Brieven uit Duitsland
Naar aanleiding van elf november willen we herinneren aan de tijd waarin eenzelfde generatie twee oorlogen meemaakte, en waarin de band tussen volk en leger gesmeed en geschreven werd met bloed.
Nu we op een keerpunt komen en ook de overlevenden van de Tweede Wereldoorlog en hun generatiegenoten stilaan verdwijnen, wilden we toch nog even hun erfenis gedenken. Tenslotte danken we onze huidige welvaart aan hun inzet én hun noeste arbeid ‘na den oorlog’.
In de nacht van 5 op 6 augustus 1914 stierf soldaat Adolf Maes tijdens een Duitse aanval op hun stelling in Wallonië. Op het militair kerkhof van Rabosée in de gemeente Wandre worden ze herdacht met volgende tekst:
“Aux Héros de Rabosée
Dans la nuit des 5-6 août 1914 cing cents soldats belges résistèrent victorieusement une nuit entière aux assaults de deux Régiments Allemands (6000 hommes)”
Ook in het museum ‘Oud Hospitaal’ te Aalst worden deze gesneuvelden uit de streek, waaronder Adolf Maes, herdacht. Hij werd 29 jaar.
Petrus Maes, zoon van Adolf Maes en Maria De Saedeleer, toen wonende in de Kattestraat 17 te Aalst, was soldaat in 1931.
In de rubriek ‘bijzondere geschiktheden’ lezen we dat hij schrijnwerker was, hield van fietsen en zwemmen en dat zijn talenkennis ‘Vlaamsch’ was.
Op 21 mei 1940 werd Petrus, roepnaam ‘Alfons’ Maes door de Duitsers aangehouden te Oordegem en afgevoerd naar een krijgsgevangenkamp in Duitsland, van waaruit hij menige ‘Kriegsgefangenenpost’ en ‘Postkarte’ verstuurde naar zijn ‘Lieve Vrouwtje’. Hij was toen 29 jaar.
Laten we op deze ‘Elf November herinnering’ Petrus, één van de velen, zelf aan het woord door (met toestemming van zijn familie) een van zijn talrijke brieven vanuit zijn krijgsgevangenschap te publiceren als eerbetoon en als een stille hulde aan iedereen die onder de oorlog geleden heeft en nadien nog het geluk én de veerkracht had om door heel hard werken hun kinderen een beter leven te schenken.
Brief van Petrus Maes geschreven op 25 juli 1940 aan zijn vrouw De Poorter Philomène
Teer beminde vrouw en kindertjes
Met mijn grootste genoegen en het hart vol vreugde ben ik toch zoo tevreeden dat ik mag tot U een brief schrijven. Vrouwtje lief wat heb ik al op U en onze kindertjes gedacht, toen ik krijgsgevangen ben genomen heb ik aanstonds tot U een brief geschreven, is hij bij U gekomen dat weet ik niet. Ik ben den 21°mei gevangen genomen met willen naar huis te koomen, te Oordegem. Alles ging tegen, ik wist niet dat ze zoo ver al waaren, maar God zij gedankt het heeft misschien mijn geluk geweest. Toen ik dan in een kamp toekwam en daar eenige dagen was, hoorde ik zeggen dat U broeder Edumon er ook was. Wat later een uur of twee nadien kwam hij bij mij met Benoit van Perre uit de Robec, wat was ik tevreden als ik hem zag en hij ook, dat kunt ge wel denken en hebben tegen elkaar dikwijls gezegt was het thuis zoo goed; Dus Zeer geliefde Vrouwtje nu weet Ge dat U broeder ook nog leeft. En als hij alles tot mij zoo zat te vertellen en hoorde dat hij zoo dikwijls heeft naar huis geweest dan kwam mijn moed vol, meer dan eens en ik dachte zoo wat hebben wij al veel van elkaar gescheiden geweest, maar ik geloof dat er toch eens een tijd zal koomen dat wij misschien voorgoed elkaar zullen in de grootste gezondheid elkaar zullen moogen terugzien. Mijn groote pijn dat was toen ik door Aalst reed met een oude kar met nog zes jongens bij mij, toen ik zag hoe Aalst daar aan de waterkant er uitzag, alles lag daar plat en dachte zou er met Vrouw en kinders en met ons huis gebeurd zijn, maar ik denk toch het beste van U allen. Vrouwtje lief onze kindertjes hebben zeker al veel naar mij gevraagd. Doe hun dikwijls denken aan hun papa, want papa bid iedere avond voor U en onze kindertjes, mijne moed komt nogmaals vol als ik alles eens goed naga. Schep moed en hoop dat wij tegen de winter zullen terug elkaar zullen moogen omhelsen. Laat mij dan ook weeten of gij nog soldatengeld trekt ja of neen , en hoe het zit met ons huis, of het niet kapot is, en ik hoop dat alles nog goed is met gans de familie. En Beste Vrouwtje Ge moed ook een pakje naar mij sturen, ik kom U te vraagen voor mij tabak op te sturen, maar indien hij te veel kost of U moet U tekort doen dan moet Ge het niet doen. Ook mijn beste groeten aan Vader, moeder, broeders en zussen en ook aan mijn zusters. Als ge zinnens zijt wat op te sturen, geen eten hoor.
Veele kusjes van U teergeliefde man
Alfons (roepnaam)
Adres : Maes Petrus
Gefangenennummer 5280
Lager Bezeichnung
Stalag 1A
Nawoord
Misschien zal deze Nieuwsbrief bij de oudere lezers herinneringen oproepen aan verhalen die zij zelf beleefden of meeleefden met verwanten of vrienden. Bedenk echter ook dat de jeugd géén herinneringen heeft aan die moeilijke tijden, dat er géén band meer is tussen het leger en de ‘Natie’ en dat in zowel Nederland als België de weerbaarheid van de bevolking schrikwekkend is afgenomen.
Defensie wordt door de beleidsverantwoordelijken herleid tot de aankoop van gesofistikeerd militair materieel … om de wapenboeren (van ‘bevriende landen’) gelukkig te maken, zoals vroeger defensie al te zeer onderdeel was van de tewerkstellingspolitiek: soldaten als alternatief voor werklozen.
En het personeelsprobleem oplossen door de oorlog uit te besteden, huurlingen te ronselen die je alleen betaald wanneer je ze echt nodig hebt?
Of vrienden die het vuile werk doen (zoals recent de Koerden) die je achteraf laat vallen als een baksteen.
Terug naar de toekomst
De politieke impasse in België samengevat in vijf zinnen:
Een noodregering is verkiezingen negeren,
Een expertenregering is verkozenen negeren.
Geen regering is België negeren.
PS (parti socialiste): Zonder Vlaamse centen geen België meer.
N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie): Met Vlaamse centen geen kiezers meer.
Intussen staat België er financieel niet goed voor: bovenop een staatsschuld van 326 miljard of 102.8 % BBP, is er momenteel een put van 11 miljard die in het komende jaar moet gevuld worden en de Waalse PS heeft bijkomende sociale eisen gesteld die door het weekblad Trends becijferd werden op 8 miljard euro. Géén enkele van de andere traditionele partijen die daarvoor een oplossing heeft, behalve surrealistische ‘job’-beloften en nog méér belastingen die vooral de Vlaamse middenklasse zullenl treffen.