Onze Simpele Geschulpte heeft opnieuw een straffe toer uitgehaald. Na al zoveel prijzen op de lange afstand gewonnen te hebben, wou hij zoals veel politici en bekende Vlamingen eens opvallen met een stunt: Naar de Verenigde Staten vliegen en in het Witte Huis eens een hartig woordje spreken met de bewoner, een zekere Donald Trump.
Want onze Simpele Duif las in alle Europese kranten hoe die vermaledijde narcist onze uitvoer naar de VS wil belasten.
Na een vermoeiende tocht – ook nog wind op kop – waarbij hij toch wel enig gewicht verloor, landde hij uitgeput op het dak van het Witte Huis. Niemand had hem opgemerkt: zijn verenkleed is zo ‘stealthy’ dat zijn radar ‘cross section’ kleiner is dan die van een bacterie. Zijn verhaal leest u hierna.
Trump is een bedreiging voor de vrije Handel
Zo gauw ik weer een beetje bij adem was, vloog ik naar de West Wing en posteerde me voor het venster van het Oval Office. Katten hoefde ik daar niet te vrezen: sinds algemeen bekend is dat de president wel eens de katjes in het donker knijpt, hebben die allemaal de benen genomen.
Trump zag me en liet me direct binnen. Hij was net, met zijn voeten op zijn bureel, een Duitse krant, ‘Die Welt’, die hij ontvangen had van zijn ambassadeur in Berlijn, aan het lezen. Hij vroeg of ik Duits verstond.
Ik zei “jawohl Herr Präsident”, en vertelde hem maar niet dat ik het dorp in Duitsland waar zijn voorvaderen vandaan kwamen Kallstadt, ken gelijk mijn broekzak. Ik hing ook niet aan zijn neus dat ik zijn oom, John Trump nog ontmoet heb. Een beetje afstand houden leek me beter.
Hij nodigde me uit om op zijn bureau plaats te nemen maar vergat niet te vermelden dat hij bij het ondertekenen van de documenten die daar lagen geen hulp van mij nodig had. Ik werd dus verzocht mijn manieren te houden. Nog een ogenblikje en dan had hij zijn krant uit en dan konden we praten. Ik moest maar “Donald” zeggen. Hij ging mij “Dopey” noemen. Dat kon hij onthouden: Dopey is één van de zeven dwergen en de president kent zijn klassieke literatuur. Ik moet toegeven dat die naam ook echt bij mijn persoonlijkheid past. Er zijn er die beweren dat Dopey nooit praatte. Maar misschien hield hij, als hij niets te zeggen had gewoon zijn mond…
Trump kwam echt wel charmant over, maar ik liet me niet uit mijn hok lokken. Het is ook mij, zoals ons allen, volkomen duidelijk: bullebak Trump bedreigt Europa in zijn welstand. Hij wil een aantal Europese producten bij invoer in de USA met hogere importtaksen belasten. Die boodschap stroomt voortdurend, op de zoete melodie van de eeuwige verongelijkte verontwaardiging, uit al onze beeldschermen en luidsprekers. Hoe zouden we daar nog een seconde aan kunnen twijfelen? Wij zien geen andere mogelijkheid meer dan onze gebedsmatjes in richting Brussel uit te rollen en Allah te smeken die goddeloze bruut met bliksems te straffen en Jean Claude Juncker, onze ridder zonder vaar noch vrees, te beschermen, niet enkel tegen deze draak, maar ook tegen onredelijke beschuldigingen van gesjoemel met de bezetting van hoge EU- ambten. Zo kan onze emotionele wereld nog min of meer in orde blijven.
Het viel me op dat Donald, zoals hij daar zat te lezen, er bijna als een normale mens uitzag. Hij had geen hoorns, geen bokkenpoten en ademde geen zwaveldampen uit, zoals ik op grond van de beschrijvingen door Europese journalisten eigenlijk verwacht had. Hij leek veeleer een vermoeide, al iets oudere man. Nu heel hard opletten dat ik die kerel niet ook nog sympathiek ga vinden!
Hij legde zijn krant met een zucht neer en vroeg: “Well Dopey, what’s up?”. “Je wilt me zeker spreken over mijn komende ontmoeting met Kim? Geweldige gesprekken gaan we hebben met kolossaal succes. Grote overwinning voor Amerika”. Ik zette me in houding, schraapte de keel en zei: “Wel Donald, ik wilde eigenlijk iets anders vragen: dat met die handelsoorlog kunt ge nu toch niet serieus menen hé”. “Hoezo handelsoorlog? Ik wil helemaal geen handelsoorlog.” “Kom nu; je hebt net importtaksen op staal en aluminium uit Europa ingevoerd en je dreigt ook op auto’s hogere invoerrechten te gaan heffen!” “Ah, bedoel je dat?” zei Donald “dat is inderdaad een handelsoorlog, maar die is al heel lang bezig. Het punt is enkel dat mijn voorganger die nooit wilde zien, en er dus ook niet aan deelnam.”
Misschien is het toch anders
Hij merkte dat ik totaal verward keek en ging verder: “Kijk eens hier in die krant, Dopey”. Hij legde me “Die Welt” voor. Ik kon mijn ogen niet geloven. Daar stond, in knalharde cijfers, niet meer of minder dan dat de Europese Unie veel hogere importbelastingen oplegt dan de VS! Vooral voor auto’s is het verschil enorm.
Hij moet het ongeloof op mijn gezicht gezien hebben en ging verder: “En niks ‘fake news’, niks alternatieve waarheid mijn duifje (die kerel heeft toch hopelijk wel gemerkt dat ik een jongetje ben…?) die cijfers zijn zo goed als goud! Ze komen van de WTO (World Trade Organization), die er niet voor bekend staat de VS gunstig gezind te zijn, en ze zijn gepubliceerd in ‘Die Welt’. Die Welt wordt geschreven en hoofdzakelijk gelezen door reactionaire zonderlingen die geen vinger zullen bewegen om de Duitse automobielindustrie, de heilige koe van hun nationale economie, te schaden. Maar dat wist je zeker al.” Ai, dat deed een beetje zeer: ik heb een abonnement op ‘Die Welt’…
Maar als dat waar is – en hoe zou ik daaraan kunnen twijfelen – dan zijn nu een aantal conclusies onvermijdelijk:
-
Dat de importtakssituatie volkomen scheefgetrokken is, en wel ten nadele van de VS.
-
Dat de president der VS eigenlijk de plicht heeft die situatie te corrigeren.
-
Dat wij Europeanen van dit eclatant onevenwicht al vele jaren geprofiteerd hebben.
-
Dat die verschrikkelijke halvegare Trump, als hij op zijn onverwisselbare manier ‘tweet’: „We tax cars etc. FAIR!“ eigenlijk een punt heeft. En wat voor een: kijk maar naar de cijfers!
Ik probeerde nog: “Kijk Donald, zelfs als dat allemaal waar is: alles gaat toch goed. Waarom moet jij daar nu ineens mee beginnen?”
Hij werd zeer ernstig, bijna nadenkend en haalde uit: “Jawel, alles gaat goed, Dopey… bij jullie. Maar onze zware industrie rot gewoon weg en de arbeiders rotten mee. Dat zijn mensen, vele miljoenen mensen die voor mij gestemd hebben omdat ik beloofd heb dat ik er iets aan zou doen. Daarvoor hebben ze me op deze stoel gezet, en ik mag Hillary heten als ik ze in de steek ga laten!” Nu kwam hij helemaal op dreef. “Weet je Dopey, ik ben Jean Claude Juncker niet: ik ben op mijn post gekomen omdat ik door het volk verkozen werd, niet via ‘gesprekken’ in duistere achterkamertjes. In de achterkamertjes haten ze me, en ze proberen te vergeten dat ik verkozen ben. Maar ik vergeet het niet.”
Ik was verward. Dit betekende niets meer of minder dan dat wij in Europa gelijk simpele duiven in de luren gelegd worden, door onze politici en onze media. Over zowat alles worden we belogen en bedrogen, en nu ook nog hierover? Niets is, als je gaat graven, wat het lijkt te zijn. Nu ook Trump niet?
Of hebben de ‘welmenenden’ toch gelijk? Geconditioneerd door het postmodernisme weten die dat ze niet te veel aandacht moeten besteden aan dergelijke cijfers. Dat zijn tenslotte maar ‘weetjes’ en veel minder belangrijk dan het grote ‘discours’. En het grote discours zegt nog altijd dat Trump, en al zijn werken, verfoeilijk zijn. Waar heb ik een dergelijke formulering ooit nog eens gehoord?
Trump bekeek me en zei: “Dopey, ik denk dat ik je maar beter door de CIA naar huis laat brengen. Anders doen ze je bij de grens nog een hoop last aan.” Hij telefoneerde en ik werd afgehaald door een opvallend onopvallend uitziende man.
Bij de deur wuifde ik nog even: “By the way Donald; I have known your uncle John. Terrific scientist!”
Uw simpele duif