De Klimaatconferentie in Parijs is er uit geraakt, denken we. Ze heeft daarvoor een eeuwenoude methode van het Pools parlement toegepast, denken we eveneens. Maar we denken wel eens dingen die in de realiteit anders zijn.
Poolse Geschiedenis
“Nog is Polen niet verloren”. Zo begint de Poolse nationale hymne. Van het gigantische Poolse rijk, het grootste van Europa, dat zich ooit tussen Balticum en Oekraïne uitstrekte is niet meer veel over, behalve dan een overmaatse nationale trots. Men zou natuurlijk kunnen denken dat er voor een natie veiliger en rustiger plekken waren dan uitgerekend tussen Rusland, Pruisen en het Habsburgs imperium in. Dat levert echter geen overtuigende reden voor het verval. Tevoren hadden de Polen, geleid door hun uit Litouwen afkomstige koningen, toch ook al met de Duitse Ridderorde, de meest geduchte strijdmacht van haar tijd, afgerekend. Nog in 1683 had koning Jan III Sobieski, aan het hoofd van zijn Tataarse ruiters – die overwegend moslims waren – de Turken voor Wenen verpletterend verslagen. Hoe konden dan in 1795 Polens buren de natie gewoon opdelen, alsof het om een stuk onbeheerd akkerland ging?
Het vreselijk simpel antwoord is: de Polen hebben het zichzelf aangedaan. Polen had al zeer vroeg een parlement; de sejm. Dat was natuurlijk geen vertegenwoordiging van het volk, maar van de adel (ongeveer 10% van de bevolking). De – verkozen – Poolse koningen moesten daar ernstig rekening mee houden. Eigenlijk was het nog een beetje ingewikkelder: er was een driekamer systeem. Maar dat doet hier weinig ter zake.
De Poolse adel bracht een aantal magnatenfamilies voort, die jaloers over hun privileges waakten. Die oligarchen kregen het voor elkaar dat de sejm unaniem moest beslissen. Dus één betonkop kon het hele proces blokkeren, en dat is ook herhaaldelijk gebeurd. In de 16de eeuw begon dat al parten te spelen, maar het hield zich nog in grenzen. Het werd dan steeds erger, en bracht het land praktisch tot een bestuurlijke stilstand. Meer dan dat is er niet nodig om een grote natie te vernietigen.
Parijs
Nu is er in Parijs een klimaatakkoord bereikt. Het enthousiasme is groot. Er was inderdaad eensgezindheid van 196 landen nodig; landen die zo verschillend zijn als Canada en India, of Zwitersland en Nigeria. Die heel diverse actoren moesten echter unaniem beslissen: net zoals in de historische Poolse sejm. Die allemaal op één lijn krijgen is vast geen geringe prestatie. Als het enthousiasme een beetje bedaard is, en we de kleine lettertjes gelezen hebben, zal dan ook blijken dat daar met luide fanfares maar een heel enge gemeenschappelijke basis gevonden is. Dat zal echter nog eventjes duren, en in de tussentijd kunnen onze progressieve postmoderne media met triomfantelijke commentaren over elkaar heen vallen. Ik gun het ze.
Maar, à propos kleine druk; het was natuurlijk weer de ‘Neue Zürcher Zeitung’, die droge, zakelijke notariskrant, die schreef wat niemand anders gemerkt scheen te hebben:
„Ohne Abstimmung, ohne feierliche Unterzeichnung, nur mit dem symbolischen Schlag seines kleinen grünen Konferenz-Hammers hat Frankreichs Aussenminister Laurent Fabius das Klimaschutzabkommen von Paris für beschlossen erklärt.“ (Zonder Afstemming, zonder plechtige ondertekening, enkel met de symbolische slag van een klein groen Conferentie-hamertje heeft de Franse minister van buitenlandse zaken Laurant Fabius het Klimaatakkoord van Parijs voor besloten verklaard.)
Boze tongen beweren dat ze geen afstemming en ondertekening durfden riskeren, omdat ze maar 187 stemmen van de 196 hadden en dus – volgens hun eigen spelregels – niet tot een beslissing konden komen. Maar, onze klimaatactivisten zitten nooit verlegen om een beetje foefelen – omwille van de goede zaak, dat spreekt voor zich. Ze lieten dus de dramatiek van het moment niet door hun vingers glippen en vervingen de afstemming door een aanmatigend tikje met een hamertje en een tumultueuze ovatie. Ondertekend werd helemaal niets.
Moesten ze hier ooit op ‘betrapt’ worden, kunnen ze altijd zeggen dat die negen afwijkelingen ‘onbelangrijke’ staten waren, vlotjes voorbijgaand aan het feit dat ze zo’n uitspraak in iedere andere context woest als ‘verfoeilijk neokolonialistisch’ zouden brandmerken.
Is dat nu erg?
Velen van ons zullen het niet zo erg vinden dat de olifant een muis gebaard heeft – en dan ook nog met een beetje zeuren – omdat ze, met mij, geloven dat heel die klimaat-heisa steunt op niets meer dan slechte wetenschap, bewezen onbruikbare klimaatmodellen, pseudoreligieuze demagogie en manifeste politieke en financiële bijbedoelingen. Dat alles dan ook nog gekoppeld met een volkomen incompetente onrealistische planning. Overal in dat verhaal zien we grote gaten, wat sommigen niet zal verwonderen: ze denken – met mij – dat de mot er in zit.
We moeten daar anderzijds ook voorzichtig mee zijn. Het is heel zeker bewezen dat de aarde op dit ogenblik ook dan zou opwarmen als er helemaal geen mensen waren. Het is eveneens zeker dat een verhoogde CO2 concentratie kwalitatief wel, maar kwantitatief absoluut niet de uitwerkingen heeft die klimaat alarmisten claimen. Het is bovendien nog zeer de vraag of een beetje meer opwarming – indien het er dan al zou zijn, wat onbewezen is – netto niet juist weldoend in plaats van schadelijk zou zijn. Meer dan voldoende redenen dus om al dat luid dwaas geschreeuw (inclusief die slotovatie in Parijs) als surrealistisch volkstheater weg te zetten. Maar dat alles neemt niet weg dat het – weliswaar om heel andere redenen die met CO2 absoluut niets te maken hebben – onmogelijk verstandig kan zijn gedachteloos en aan een hoog tempo fossiele brandstoffen op te stoken.
In die zin zou het wel eens kunnen dat in Parijs, afgeremd door de Poolse manier van besturen, die dan, tot overmaat van ramp, ook nog op de kippen liep, toch iets uit de bus gekomen is dat nog zo slecht niet is: een begin voor een bescheiden rem op het mateloos verbranden van koolwaterstoffen, niet sterk genoeg om ons volledig economisch bestel te doen instorten, maar wel voldoende als aanmoediging voor een bedachtzame omstelling. Natuurlijk is de zorgvuldige lange termijn planning, die ook nog noodzakelijk is, in geen velden of wegen te bespeuren. Natuurlijk is het beschamend dat een bende cynische ignoranten ons kan wijsmaken dat ze een akkoord hebben, terwijl dat helemaal niet zo is, en ze dat ‘akkoord’ dan ook nog bereikt hebben op basis van hysterische geruchten die geen enkele vorm van objectieve controle doorstaan. En natuurlijk houd ik mijn hart vast als ik denk aan alles wat de talrijke grote en kleine belangengroepen, van CCC (Campaign against Climate Change), via WWLF naar Green Peace en terug daar weer uit kunnen destilleren. En natuurlijk is dat een gigantische aanfluiting van de veel geprezen ‘democratie’. En natuurlijk is het feit dat de politiek gedwongen wordt, tegenover een steeds assertievere en ook toenemend ignorante openbare mening, Poolse methodes inzetten is niet zeer geruststellend. Vooral dan niet als we bedenken wat er met historisch Polen gebeurd is.
En Toch.
En toch… Goethe laat in ‘Faust’ zijn Mephistopheles, op de vraag naar wie hij is, antwoorden: “Ein Teil von jener Kraft, die stets das Böse will und stets das Gute schafft.“ (Een deel van die kracht, die steeds het kwade wil en steeds het goede voortbrengt.) Zou het kunnen dat we hier iets dergelijks aan het werk zien? Intellectueel beschamend is het nog altijd. Maar zouden we daar ook een sprankje hoop uit mogen putten? Tenslotte is een mechanisme dat gebaseerd is op onwetendheid, huichelarij en profijtjes in onze huidige maatschappij bijna zeker van succes.